Original script below
HET VERHAAL 
De Wacht Wacht

De mist is bijna verstikkend. De spanning des te meer. Het kamp slaapt nog, maar Theodeseus weet dat het een bedrieglijke schijn is. Hij heeft dan wel wachters dienst, maar stiekem liggen veel manschappen wakker. Vandaag begint het gevecht, voor velen het eerste. Veel van de mannen zijn nieuwe rekruten. Veel van hen eigenlijk nog jongens. Theo mag dan wat ouder zijn, maar ook hij zal vandaag voor het eerst bloed proeven; dat van anderen of zichzelf. Mogelijk beide.

De mist blijft hangen. Volgens de laatste berichten zou de vijand bij ochtend op de aanval gaan. Al weken zitten ze hier in dit kamp te wachten, en nu is het eindelijk bijna zo ver. Theo is bijna opgelucht dat het lange wachten voorbij is. Dat wachten, wat een hel. Het liefste wat hij weer thuis, bij vader en moeder. Zijn broers waren al lang het huis uit, hun eigen leven gaan leiden. Frido had zelfs zijn eigen herberg, samen met zijn vrouw.

Theo wrijft in zijn handen. Denken aan thuis, dat gebeurt om de haverklap. Maar het leidt ook af. De mist lijkt niet weg te gaan, maar het wordt al duidelijk lichter. Nog steeds kan hij zijn buur wachters niet zien. Hoe zouden zij het maken?

Langzaam wordt het lichter en lichter. Maar Theo hoort nog niks. Hij pakt zijn speer wat steviger vast. Nog steeds niemand te zien, niets te horen. Enkel af en toe een vogel in de verte. Wacht. Was dat… Nee. Gewoon een tak die door de wind kraakt. De zenuwen beginnen nu echt hun tol te nemen.

Het wachten. Het wachten. Waarom moest hij nou net de dienst hebben op deze nacht? Pech met dobbelen. Verrekte Rupert had duidelijk een kaart in zijn mouw, maar ik had het gewoon niet door. Stom.

Een hoorn klinkt in de verte.

Daar komen ze. Dit is het teken, het signaal. De vijand komt. Theo luistert nu heel zorgvuldig. Het kamp achter hem lijkt plots in rep en roer. Zijn linie is enkele meters van het kamp verwijderd, maar het lijkt bijna alsof hij er alleen voor staat, in de dichte mist. Misschien is dat ook wel zo.

Er lijkt een hele tijd niets te gebeuren. Het signaal is al… minuten geleden geklonken. Waar wachten ze nog op? Hebben ze de aftocht geblazen? Bijna begint Theo hoop te krijgen, gemixt met enig afzien. Weer weken lang niksen, wachten. Maar daar beweegt plots iets in de mist. De vijand komt op hem afgerend, speer naar voren.